In het algemeen is veel schoolverzuim reden om eens goed te kijken of het met de ontwikkeling van een kind wel goed gaat, en of er geen extra zorg ingeschakeld moet worden. Maar niet altijd kan de hulpverlening beter optreden dat de eigen ouders van het kind.
In deze zaak was een heel gezin ziek geworden, de kinderen ernstiger dan de ouders. Na onderzoek bleek dat ze het slachtoffer waren van een maagbacterie, waarbij het ook lastig bleek voor een van beide kinderen de goede behandeling in te zetten. Tijdens hun ziekte waren de kinderen niet op school. Bij terugkeer bleek een van beide kinderen op school niet meer goed te passen, waarna voor hem een beter passende school is gevonden – dit alles in overleg met de leerplichtambtenaar.
De Raad voor de Kinderbescherming wilde een ots om toezicht te kunnen houden op de kinderen en hun ontwikkeling. In eerste instantie is de rechtbank daarin meegegaan, maar het hof vindt dat niet voldaan is aan de gronden voor ots. De ouders hebben misschien andere keuzes gemaakt dan de betrokken gezinsvoogd zou willen, maar de kinderen doen het goed op school, de ouders zijn betrokken bij hun kinderen, en de school ziet geen enkele aanleiding om contact op te nemen met de kinderbescherming.
Alleen de wens om toezicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen is niet genoeg om de ots te rechtvaardigen. De ouders konden aantonen dat ze stevig aan het roer stonden bij het aanpakken van de ontwikkelingsbedreigingen van hun kinderen, en dat de scholen van hun kinderen daar positieve berichten over hadden. Het hof wijst daarom het verzoek af.