Als je trouwt spreek je af dat je de ander zal voorzien van wat die nodig heeft – zelfs nadat je niet meer getrouwd bent. Niet iedereen is zich daarvan bewust, dat zou weleens wat duidelijker gezegd mogen worden door de ambtenaren van de burgerlijke stand.
Ook je kinderen moet je voorzien van wat ze nodig hebben. Als je gaat scheiden wordt een bedrag daarvoor, de behoefte, vastgesteld dat afhankelijk is van het netto-inkomen dat partijen gezamenlijk hebben. Afhankelijk van de draagkracht van de niet-verzorgende ouder wordt dan de kinderalimentatie bepaald. Dat bedrag kan omhoog gaan wanneer die ouder meer gaat verdienen. Niet alleen omdat de draagkracht in verhouding hoger wordt, maar ook omdat de kinderen in hun behoefte mee moeten kunnen delen in de verbeterende situatie van die ouder.
Als de verzorgende ouder in de bijstand terechtkomt, dan ziet de gemeente de betaalde kinderalimentatie als inkomen en wordt dat bedrag afgetrokken van de verstrekte uitkering. In deze zaak die het gerechtshof in Den Bosch voorgelegd kreeg was dat ook aan de hand. Moeder had een bijstandsuitkering, vader ging meer verdienen, en omdat meer betalen aan de moeder niet ten goede zou komen aan de kinderen, maar aan de Gemeente, betaalde de vader gewoon wat meer dingen voor de kinderen als ze bij hem waren. Zo kwam zijn verbetering in inkomen wel bij de kinderen terecht.
Niet akkoord, zei de rechter. Die oordeelt dat de regels gewoon gevolgd moeten worden, al komt de stijging van de welvaart dan niet ten goede aan de kinderen, maar aan de Gemeente. Op grond van welke regel de man de Gemeente moet sponsoren van zijn gestegen welvaart, dat is mij dan onduidelijk. Jammer dat de ene rechter wel, en de andere rechter niet kiest voor de gedachte achter de regeling.