Tijd en nationaliteit – allebei in de gaten houden

Als je rechten studeert, tussen nog steeds vooral autochtone Nederlanders die uit keurige gezinnen komen zijn de wetsartikelen over ontkennen en erkennen van kinderen iets voor Goede Tijden, Slechte Tijden.

In de praktijk blijkt het vaker voor te komen dan je denkt. Mensen die al een tijd uit elkaar zijn, niet scheiden want teveel gedoe en dat rakelt maar oud zeer op, en dan na een tijd toch een nieuwe relatie beginnen. En in die nieuwe relatie ook een kind krijgen. Maar: de vader is juridisch gezien altijd de man waar de vrouw mee getrouwd is. En zo krijgt een kind vanzelf een vader, die biologisch niets met het kind te maken heeft en van het bestaan van het kind niet eens hoeft te weten.

Dat was ook aan de hand in deze zaak die de rechtbank Noord-Holland voorgelegd kreeg. Daar zaten nog wat lastige haken en ogen aan. Bijvoorbeeld het feit dat de moeder, toen ze het kind kreeg, nog niet de Nederlandse nationaliteit had en dus eigenlijk Turks recht van toepassing is. En dat Turkije al een tijdje het Europees Mensenrechtenverdrag, waar de advocaat een beroep op deed, niet toepasselijk vindt. En dat het kind naar zowel Turks als Nederlands recht te laat het verzoek heeft ingediend.

De rechter vindt de weg naar de goede uitkomst: het juridische ouderschap wordt gelijkgetrokken met het biologische ouderschap. De band met de juridische vader wordt verbroken, zodat de biologische vader kan erkennen, waarmee zijn kind ook voor de wet zijn kind wordt, zijn familie krijgt, zijn naam kan krijgen en van de vader kan erven.

De rechter moet daarvoor wel allerlei wettelijke bepalingen opzij schuiven. En dat is gek. De wet zou in dit opzicht meer aan moeten sluiten bij wat we kennelijk al rechtvaardig vinden.