Familierechtadvocaten hebben nogal wat gedragscodes waar ze zich aan moeten houden. Dat begint met de advocatenwet en de gedragsregels die voor alle advocaten gelden. Een van de uitgangspunten daarvan, partijdigheid, kan bijten met het werk van de familierechtadvocaat. Want wat houdt die partijdigheid in? Zo veel mogelijk binnenhalen voor je cliënt, als dat inhoudt dat de verhoudingen met de ex voorgoed verziekt zijn en je nooit meer over de kinderen kan overleggen?
Dat willen we niet. Vooral niet voor de kinderen. Vandaar dat voor het familierecht is bepaald dat advocaten juist de minnelijke route moeten kiezen. Dat is vastgelegd in de gedragscode van de Raad voor Rechtsbijstand, maar ook in de gedragscode van de vFAS, de specialisatievereniging van familierechtadvocaten.
Of het een goed teken is dat de rechter in deze procedure beide advocaten op die gedragscode moet wijzen, dat waag ik te betwijfelen. Maar de bewoording is postief gekozen: de rechter gaat ervan uit dat beide advocaten hun cliënten kunnen begeleiden bij het oplossen van hun bespreekpunten. Er moet een nieuw en houdbaar evenwicht ontstaan waarbij het geschil op – vooral voor de kinderen – aanvaardbare wijze wordt geregeld.
Mooi uitgangspunt. Zo met de Kerstgedachte net achter de rug misschien ook wat gemakkelijker te begrijpen. Maar herkenbaar dat dat niet altijd door alle advocaten even sterk wordt gedragen. Helaas.